Precisielandbouw op de m² en de rol van meststoffen
Als we de bouwtekening van het ‘huis voor de biologie’ in beeld hebben en we weten wát er wáár nog moet gebeuren op het perceel om alles in balans te krijgen, dan kunnen we starten met de inzet van de juiste producten, mineralen en meststoffen voor de bodem én het gewas. LET OP: het gewas komt dus pas op het allerlaatst om de hoek kijken. Elk gewas kan immers groeien op een bodem die in balans is! Het is dus ook in deze volgorde, waarin het wellicht duidelijk wordt dat de vele traditionele meststoffen die gebruikt worden voor het gewas, misschien wel averechts werken op wat we in de bodem willen bereiken.
De rol van meststoffen in de bodem
Meststoffen stimuleren de groei van planten en zorgen voor een hogere opbrengst van gewassen op de korte termijn. Echter in sommige gevallen kunnen meststoffen op de langere termijn juist zorgen voor een minder goede bodemkwaliteit. Dan gaan ze op de lange termijn ten koste van de opbrengsten. Negatieve effecten van meststoffen kunnen onder andere zijn: verzuring van de bodem, verzilting van de bodem, uitspoeling van nutriënten en verslechtering van de bodemstructuur.
Voor een goede ontwikkeling van de gewassen is het belangrijk dat alle chemische (nutriënten), fysische (structuur) en biologische (bodemleven) eigenschappen van de bodem in orde zijn. Zodra de chemie en de structuur in de bodem veranderen heeft dat ook direct effect op het (nuttige) bodemleven. Nuttig bodemleven zorgt onder andere voor de omzetting van organische stof en nutriënten die door planten opneembaar zijn en daarnaast kunnen ze planten helpen tegen schadelijke micro-organismen (weerbaarheid).
Stikstofomzettingen en bodem pH
Van alle belangrijke meststofcomponenten heeft stikstof het grootste effect op de pH. De verandering van de pH wordt veroorzaakt door de chemische omzettingen in de bodem. Tijdens de processen wordt er H+ opgenomen (pH gaat omhoog) of komt er H+ beschikbaar (pH gaat omlaag). Bij gebruik van organische meststoffen of meststoffen op basis van ureum-complexen (zoals bijvoorbeeld de meststoffen van N-xt Fertilizers) is de netto verzuring beduidend lager dan bij meststoffen op basis van ammonium.
Ophoping van zouten in de bodem
Kunstmest bestaat voornamelijk uit oplosbare zouten die in de bodem uit elkaar vallen. Hiermee wordt de concentratie van losse ionen in de bodem hoger. Dit verhoogt het zogenaamde osmotische potentiaal van de bodem. Als het osmotisch potentiaal van de bodem hoger wordt dan het osmotisch potentiaal in de plantwortels (of in de micro-organismen), dan kunnen planten (en ook de micro-organismen er omheen) geen water meer opnemen en in extreme gevallen zal er water vanuit de plantcellen naar de bodem bewegen. Het eerste leidt tot verdroging en het tweede zelfs tot verbranding van de wortels. Bodems met een lage TEC hebben minder capaciteit om op de meststoffen te reageren, dan bodems met een hoge TEC. Bij een hoge TEC zijn er meer bindingsplaatsen voor de vrije ionen, waardoor de kans op ophoping van zouten kleiner is. De kans op ophoping van zouten is het grootst bij bodems met een lage TEC, zoals bijvoorbeeld zandgronden.
De zout-index (SI)
De zout-index (SI) is een maat voor de zoutconcentratie die een meststof induceert in de bodemoplossing. De SI is een relatieve waarde die de toename van de osmotische druk weergeeft ten opzichte van een vastgestelde controle meststof (NaNO3). Zo heeft ureum (ongecomplexeerd) een SI van 1,6 , urean (32% N) een SI van 2,2 , ammoniumnitraat een SI van 3,1 en kalichoride (K60) een SI van 1,9. Gecomplexeerde ureum, zoals de meststoffen van N-xt Fertilizers, hebben een lagere SI dan bovengenoemde meststoffen. Dit komt omdat het veel minder snel wordt omgezet dan ongecomplexeerde ureum.
Uitspoeling van nutriënten
Nutriënten kunnen zich op verschillende manieren aan de bodem binden. Vrije kationen (positief geladen deeltjes) binden zich aan het klei/humus-complex. Sommige meststoffen zoals ureumverbindingen kunnen zicht ook door middel van waterstofbruggen aan de bodem binden. Voor deze binding is het belangrijk dat de structuur en het zuurstofgehalte in de bodem op orde is. Anionen (negatief geladen deeltjes) zoals nitraat zijn gevoeliger voor uitspoeling dan kationen omdat ze zich niet aan het klei-humus complex kunnen binden. Een lage TEC geeft meer risico op uitspoeling van kationen omdat er minder bindingsplekken zijn.
Effect van meststoffen op structuur
Zoals eerder beschreven hangt de bodemkwaliteit af van zijn chemische, fysische en biologische eigenschappen. Dr. William Albrecht, een microbioloog, liet al begin vorige eeuw de relatie tussen deze drie bodemeigenschappen zien. Lang hebben we de bodem gezien als een levenloos medium waarop een plant groeit en waarover onze machines rijden. Onze gewassen behoefden slechts gevoed/bemest te worden.
Aanvankelijk gebeurde dat met organische mest en later in toenemende mate met minerale meststoffen en kunstmest. Dit omdat de vraag naar nutriënten niet meer gedekt kon worden met alleen organische bemesting. Op veel plaatsen in de wereld heeft deze eenzijdige aanpak geleid tot een verminderde bodemkwaliteit, ondiepere beworteling, daling van het organische stof gehalte, verminderde weerbaarheid en een toegenomen druk van ziekten en plagen.
In Nederland nam de aanvoer van nutriënten sterk toe door stijgende mest- en kunstmestgiften. Dit veroorzaakte milieuproblemen die leidde tot een strenge milieuwetgeving vanaf de jaren ‘80 (o.a. nitraatrichtlijn). Met nam de hoge stikstofaanvoer verstoorde het bodemevenwicht, wat lagere calcium- en pH-waarden tot gevolg had.
Kinsey-Albrecht Bodemanalyse in combinatie met taakkaarten
Zoals je leest kunnen meststoffen puur gericht op het gewas op lange termijn dus een grote negatieve invloed hebben op de bodem. Dr. Albrecht toonde aan dat gezonde bodems van hoge kwaliteit een ideale Calcium/Magnesium-verhouding hebben. Een ideale Calcium/Magnesium-verhouding betekent ook een goede bodemstructuur met voldoende lucht- en waterporiën. Lucht en water zijn beiden onontbeerlijk voor bodemleven en het wortelstelsel van onze gewassen. Door middel van een Kinsey-Albrecht bodemanalyse brengen we de Ca/Mg-verhouding van de bodem in kaart en adviseren we hoe we deze kunnen optimaliseren.
Dit doen we heel eenvoudig door bepaalde kalkmeststoffen, maar ook zwavel, kali en sporenelementen aan te bevelen op bodemniveau. Pas in 2e instantie worden de extra behoeften van het betreffende gewas aangevuld.
Ieder aanbevolen product wordt exact weergegeven per EC-klasse binnen een perceel (zie EC Bodemscan). Op deze manier kunnen we dus taakkaarten maken die precies op maat (daar waar nodig) laten zien waar het product toegediend moet worden. Zo is de cirkel rond. Door middel van de aanbevolen producten beïnvloeden we de chemische eigenschappen van de bodem. We verbeteren de structuur (fysische eigenschap) en de levenscondities voor het bodemleven (biologisch eigenschap). Hiermee zal het gewas dat dit seizoen groeit optimale omstandigheden genieten en de beste kwaliteit en opbrengst realiseren. Daarnaast zal de bodem a.d.h.v. deze plaats specifieke toepassing van meststoffen haar ideale balans terug krijgen.
Wilt u werken met taakkaarten kijk gerust (of bestel direct uw bodemscan en analyse) op www.soilmasters.com.
Download hier onze leaflet waarin we onze bodemanagement benadering naast het traditionele bodemmanagement in beeld brengen.